Gedeelde mobiliteit in elke SUMP

Interreg_SHARE-North_Logo (1)Begin dit jaar ging Mpact van start met het Interreg Noordzeeregio project Share-North. In Share-North probeert het consortium om gedeelde mobiliteit te promoten om de leefbaarheid in onze steden te vergroten en onze wijken te verfraaien. Dit gebeurt onder andere via living labs (testcases), het promoten van innovatieve benaderingen, maar ook door in te zetten op meer doorgedreven expertise en politiek beïnvloeding.

Zo willen we gedeelde mobiliteit opgenomen zien in ieder SUMP (sustainable urban mobility plan). Zo een SUMP is een strategisch instrument dat tracht tegemoet te komen aan de mobiliteitsbehoeften van de inwoners en bedrijven in een stad waarbij leefkwaliteit en leefbaarheid centraal staan. Dit doet het op basis van bestaande planningsmethodes, aangevuld met de principes van integratie, participatie en evaluatie. Binnen het mobiliteitsbeleid vormen SUMP’s dan ook een belangrijke en interessante tool om het verplaatsingsgedrag van mensen te sturen.

Ook de Europese Commissie zet intensief in op deze SUMP’s. Ze tracht in nauwe samenwerking met de lidstaten er voor te zorgen dat SUMP’s correct toegepast en geïntegreerd worden binnen de bestaande planningsmethoden van elke lidstaat. Bovendien wordt de tool verder actief gepromoot om op die manier de honderden steden in Europa te bereiken.

Een SUMP omvat meestel deze acht onderdelen:

  1. Openbaar vervoer
  2. Wandelen en fietsen
  3. Intermodaliteit
  4. Stedelijke verkeersveiligheid
  5. Wegtransport
  6. Stedelijke logistiek
  7. Mobiliteitsmanagement
  8. Intelligente Transport Systemen

 Slechts zeer zelden worden er ambities uitgesproken omtrent gedeelde mobiliteit

Nochtans wordt gedeelde mobiliteit (carpoolen, fiets- en autodelen) wel vaak vernoemd binnen de algemene richtlijnen in een SUMP, maar vaak ontbreekt het aan een realistische ambitie of een duidelijk uitgewerkt strategisch plan met verantwoordelijkheden, investeringen…

Gedeelde mobiliteit kan niet enkel een grote invloed hebben op het reisgedrag, maar ook op de openbare ruimte, de toegankelijkheid van onze mobiliteit en de vraag naar energie.

Eenvoudig gesteld: gedeelde mobiliteit kan er helpen voor zorgen dat onze algemene levenskwaliteit toeneemt. Mede daarom is het verontrustend dat slechts enkele steden zoals Bremen en Gent het belang ervan erkennen en het opnemen in hun stedelijk mobiliteitsbeleid. Wanneer je de voordelen van gedeelde mobiliteit onder ogen ziet, is het overduidelijk dat dit een plaats verdient in ieder ambitieus mobiliteitsplan.

We ondekten drie obstakels die ervoor zorgen dat gedeelde mobiliteit moeilijk ingang kennen binnen een SUMP.

De mobiliteitspiramide

De mobiliteitspiramide wordt opgesteld volgens het STOP-principe. Dit betekent dat we in eerste instantie inzetten op stappen en trappen. Vervolgens komt openbaar vervoer en als laatst privé vervoer. Tussen openbaar- en privé vervoer vinden we echter nog collectief vervoer zoals taxi’s, autodelen and carpoolen.

InfoDiagram.com

InfoDiagram.com

Over de volgorde van deze opdeling is iedereen het eens. Alleen op vlak van interpretatie en uitwerking is er soms onduidelijkheid. Vooral in het kader van duurzame mobiliteit moet je soms al heel erg ver gaan zoeken alvorens je iets vindt over gedeelde mobiliteit.

Waarom gebruiken we de mobiliteitspiramide soms niet omgekeerd? Als mensen blijven vasthouden aan hun wagen, kunnen we hen misschien overtuigen om hun auto op bepaalde momenten te delen. Gedeelde mobiliteit kan zo werken als vervangmiddel om op te klimmen op de piramide. Gerichte communicatie dient dit verder uit te werken: geen one-size fits all model, maar eerder een op maat gemaakt model, specifiek gericht op iedere doelgroep. Op dat vlak kunnen we bijvoorbeeld nog zeer veel leren van de aanpak van Google en Facebook.

Intermodale verplaatsingen vs. multimodaal reisgedrag

Veel mobiliteitsdeskundigen zien gedeelde mobiliteit nog te vaak als een oplossing om de eerste of laatste kilometers van een verplaatsing te overbruggen. Wijzelf zien toch dat carpoolen of autodelen hoofdzakelijk gebruikt wordt als middel voor een unimodale verplaatsing.

De kracht van gedeelde mobiliteit komt meer tot uiting binnen multimodaal reisgedrag. Dat wil zeggen dat een persoon bij elke verplaatsing zich de vraag stelt welke vervoerswijze de meest geschikte is: de ene keer de fiets, dan weer de bus en eventueel een deelauto.

Zo zien we dat gebruikers van autodeelsystemen vaker de fiets of het openbaar vervoer nemen voor woon-werkverkeer, maar soms ook een beroep doen op een deelauto om tijdens het weekend familie te bezoeken. Doordat ze toegang hebben tot een deelwagen, wordt het voor hen ook gemakkelijker om zonder eigen wagen door het leven te gaan.

Die misopvatting rond gedeelde mobiliteit als deel van een intermodale verplaatsing, zorgt ervoor dat er een complex beeld geschetst wordt van deze alternatieve mobiliteitsoplossing.

Laat het over aan de markt!

Aanbieders van gedeelde mobiliteitsoplossingen zijn vaak onafhankelijke bedrijven. Het is dan ook moeilijk om als overheid tussen te komen, vooral wanneer de onderlinge competite heel erg speelt. Daarom is het van belang om een goed inzicht te hebben in deze specifieke markt.

Gedeelde mobiliteit kan op tal van manieren een oplossing bieden voor autogebruik. Ook al ziet de oplossing er vaak dezelfde uit, toch verschilt de impact en de keuze van het business model vaak. Zo is de business-case rond carpoolen voor woon-werkritten een totaal ander verhaal dan carpoolen over een langere afstand.

Ook bij de invulling van het concept schuilen er verschillen. Zo zijn er deelwagens die op vaste plaatsen gestald staan, maar ook deelwagens die op een andere plaats mogen worden achtergelaten. Beide kunnen een oplossing zijn voor verschillende mobiliteitsbehoeftes.

Het is in eerste instantie aan de lokale overheid om zelf te gaan bepalen op welke zaken ze wil inzetten (modal shift, terugwinnen van publieke ruimte, toegankelijkheid) en om na te gaan in welke mate de markt hiervoor een oplossing biedt. Indien dit niet of onvoldoende het geval is, is het aan de stad om tussen te komen.

Om meer te weten te komen over het ruime aanbod en de impact van gedeelde mobiliteit kunt u de Care-North+ factsheet lezen, of contact opnemen met Mpact of andere Share-North partners.

Met de Share-North project willen we een toolbox ontwikkelen voor steden om de voordelen van gedeelde mobiliteit te vergroten. Bovendien willen we ook het draagvlak vergroten door dit verhaal verder uit te dragen tijdens conferenties, seminaries en bij politieke contacten.

Later dit jaar vind je ons onder andere terug op de de WOCOMOCO-conferentie in Warschau, de CIVITAS-bijeenkomst in Gdynia en op andere lokale en internationale events.

Share-North wordt medegefinancierd door de provincie Oost-Vlaanderen.